De fiets heeft drie remmen in totaal: twee kabelbediende 70 mm trommelremmen
van Sachs als naaf in het voor- en achterwiel, en een hydrolische
blokkenrem op het voorwiel type HS12 van Magura.
De twee trommelremmen zijn op één hendel aan de linkerkant
van het stuur aangesloten.
Ze zijn onderhoudsarm en nagenoeg ongevoelig voor regen, maar het
maximale remvermogen is niet zo groot, en de warmtecapiciteit gering.
Ze werken doordat tijdens het remmen de twee remblokken van binnenuit tegen
een stalen trommel die meedraait met het wiel, geduwd worden. Omdat de trommel
gesloten is hebben weersomstandigheden nagenoeg geen invloed.
Onderhoud bestaat uit geregeld de remmen afstellen. Dit gebeurt door de
stelschroef bij de remgreep of bij de ankerplaat aan te draaien totdat het
wiel net niet remt.
Het is van belang dat beide trommelremmen evenredig worden afgesteld omdat
deze door één hendel worden bediend.
Verder moet grofweg één keer in de 20.000 km de remblokken
worden vervangen.
Na het vervangen of na het loshalen van het wiel moeten de remblokken worden
ingeremd. De remblokken werken nog niet optimaal totdat deze precies de
vorm van de trommel hebben gekregen.
Verder hebben de trommelremmen een parkeerstand door een palletje die bij
de remgreep kan worden omgezet zodat de remgreep geblokkeerd wordt.
De remgreep normaal:
De remgreep in parkeerstand:
Deze parkeerstand blijkt erg handig te zijn tijdens (tijdelijk) stilstaan
en parkeren zodat de fiets niet kan omvallen omdat ie toevallig wegrolt.
De velgrem (die remt op een stalen velg) heeft een groter remvermogen,
en de velg een veel grotere warmtekapiciteit, maar dit remvermogen neemt
snel af bij regen en de slijtage van de remblokken is groter dan die bij de
trommelremmen.
Het gaat hier om remmen van type HS11 van Magura. Tijdens het remmen worden
via twee hydrolische zuigers aangesloten op een remleiding, die door
meer druk op de leiding worden uitgezet en de twee remblokken tegen de velg
duwen.
Aan de andere kant van de leiding bevindt de remhendel, eveneens bestaande
uit een zuiger, bediend door de remgreep.
Onderhoud bestaat uit het afstellen van de remblokken. Dit gebeurt door
een stelschoefje (imbus 2mm) net onder de remhendel aan te draaien, totdat
de remblokken net niet de velg raken.
Na ongeveer 7000 km moeten de remblokken worden vervangen. Dit kan eenvoudig
worden gerealiseerd door het wiel weg te nemen en de oude blokken er uit
te klikken en de nieuwe blokken erin.
Indien het remvermogen niet meer voldoende is en de remblokken zijn in
orde, bevind zich waarschijnlijk lucht in de leidingen of is te weinig olie
aanwezig. Dit wordt verholpen door de leiding door te spuiten met nieuwe
minerale olie.
Hierbij moet wel de juiste olie gebruikt worden: Royal Blood van Magura
of LHM Plus van Citroën. Geen andere remvloeistoffen aangezien daar water
zuur of oplosmiddelen in kunnen zitten die het remsysteem aantast.
In geval van nood kan er ook olijfolie worden gebruikt. Deze dient echter
zo snel mogenlijk te worden vervangen, in ieder geval voor de winter, aangezien
olijfolie bij lage temperaturen kan stollen.
Het gebruik van een stalen velg om op te remmen is betrekkelijk uniek.
Bij de meeste fietsen wordt er geremd op aluminium velgen. Op aluminium velgen
remmen levert bij slecht weer echter veel slijtage aan de velg en ook de remblokken.
Dit is niet prettig bij een fiets waar je zo weinig mogelijk onderhoud aan wilt
hebben onder alle weersomstandigheden.
Bij regen slijten de aluminium remmen namelijk veel harder door een chemische
reactie door aluminium met water ondergaat met behulp van mechanisch schuren
(remmen). De levensduur van de remblokken worden zo ernstig verkort. Tijdens
regenachtige seizoenen was de levensduur slechts 200km voor één
set remblokken. De levensduur van de velg was ook niet denderend met 2500
km.
Met het gebruik van een stalen remvlak was dit probleem opgelost. De velg
gaat nagenoeg oneindig lang mee en de remblokken houden het tot 7000 km wel
vol.
Zie ook de onderdelen herziening.
In de praktijk gebruik je met deze 3 remmen de volgende methode :
bij normale remomstandigheden
worden de trommelremmen gebruik, in geval deze niet voldoen wordt de velgrem
erbij gebruikt.
In geval van langdurig remmen (zoals afdalingen) voornamelijk de velgrem
gebruiken.